Geen tekstcollatie, maar één manuscript
Stelling: één manuscript
(Voor de liefhebbers) – Jaren geleden pleitte Emanuel Tov ervoor (in Textus 20) om bij een bijbelvertaling van Tenach, het Oude Testament, uit te gaan van één teksttype, beter: van één manuscript, hetzij de Masoretische tekst (in de vorm van de Codex Leningradensis), hetzij de Septuaginta, hetzij de Vulgata. Een eclectische tekst is altijd een subjectieve keuze, zo betoogt hij.
Al sinds vele jaren ben ik ervan overtuigd dat het voor het Nieuwe Testament een goed idee zou zijn om eens niet uit te gaan van de eclectische tekst van Nestle-Aland (die altijd een arbitraire keuze inhoudt en een tekst oplevert die per definitie inconsistent is), maar de tekst eens te lezen in één handschrift. Dit zou het idee loslaten dat het mogelijk is de oorspronkelijke tekst te reconstrueren én dat die reconstructie te vinden zou zijn in de editie van Nestle-Aland (c.q. UBS). Daarom luidt de stelling:
Het is zinvol om de nieuwtestamentische tekst eens integraal te lezen in één handschrift, omdat dat een tekst is die ook historisch gezien ooit gebruikt is als leestekst en basistekst.