Jezus zei: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven.
Niemand kan bij de Vader komen dan door mij.
Als jullie mij kennen zullen jullie ook mijn Vader kennen,
en vanaf nu kennen jullie hem,
want jullie hebben hem zelf gezien.’
Johannes 14:6-7
Wie mij heeft gezien,
heeft de Vader gezien!
Johannes 14:9

Over Johannes

Links een afbeelding van het begin van het Johannesevangelie (de derde kolom) in een Grieks handschrift. Gedurende mijn werkzame leven ben ik met dit Evangelie, deze tekst, bezig geweest en nog steeds ontdek ik soms iets dat mij eerder minder opviel. De taal van het Johannesevangelie lijkt heel simpel, maar bevat meerdere en diepe lagen van betekenis.    

De teksten over het Johannesevangelie zijn een onderdeel van mijn doorgaande onderzoek naar deze tekst. Dit onderzoek richt zich vooral op de vraag in hoeverre verschillende passages – en wellicht het geheel van de tekst – metaforisch of allegorisch gelezen moet worden. De tekst staat natuurlijk bekend om de vele metaforen, zoals Woord, Weg, Herder en schapen etc. Gaandeweg het onderzoek ben ik er vooral achter gekomen dat niet alleen het onderscheid tussen de zogenaamde 'letterlijke' betekenis en de metaforische problematisch is, maar dat de tekst van het Johannesevangelie veel 'letterlijker' opgevat moet worden dan je geneigd ben te doen. Hoe dat precies zit, staat in mijn boek Jezus volgens Johannes (Heerenveen 2016, Jongbloed). Het essay De gang van de Christus geeft daar enig inzicht in. Reacties op teksten stel ik altijd zeer op prijs.

Metaforiek

Met die metaforiek in het Johannesevangelie is iets aan de hand. Letterlijke en figuurlijke betekenis gaan door elkaar lopen. De nieuwtestamenticus Eduard Schweizer schreef ooit:  “Wenn also unser Satz ‘Ich bin der wahre Weinstock’, ‘Ich bin der rechte Hirte’ usw. nicht formal ganz unglücklich gebaut ist, dann bleibt eigentlich nur eine Möglichkeit: die seltsame und überraschende Möglichkeit, daß dieser Satz nichts anderes ist als eigentliche Rede und daher streng wörtlich genommen werden muß.” (Eduard Schweizer, Ego Eimi, Göttingen 1939, p. 117)

Dit betekent dat sommige woorden en uitdrukkingen die wij normaal als figuurlijk zouden betitelen, op de een of andere manier letterlijk opgevat moeten worden op een ander betekenisniveau.

{wordt aangevuld}